Het kan voorkomen dat u niet tevreden bent over de behandeling, de afspraken, de zorg, een persoon of iets anders dat binnen het hospice plaats vindt. Maak dit dan kenbaar. Dat kan via een gesprek, een mail of een brief. Als u daar zelf moeite mee heeft, laat het dan iemand voor u doen. Het is heel belangrijk dat er in een vroeg stadium iets aan het probleem gedaan kan worden. Het beste kunt u eerst kenbaar maken aan de persoon waar u de klacht tegen richt of met de coördinator. Misschien dat een gesprek tot een oplossing kan komen.
Komt u er samen niet uit? Dan zijn er verschillende vervolgstappen mogelijk.
Het gebeurt niet vaak, maar soms krijgt de familie/bewoner te horen dat er een gesprek gaat komen om het vervolgtraject -met als doel verhuizing naar bijvoorbeeld een verzorgingstehuis- door te spreken. Als u het niet eens bent met deze gang van zaken heeft u niet de tijd om te wachten op de behandeling van een klacht. Het is fijn als u dan weet wat uw rechten zijn en waar u hulp kunt krijgen.
Als iemand een palliatieve terminale indicatie heeft, blijft deze persoon recht hebben op palliatieve terminale zorg, ook al duurt deze langer dan de verwachtte 3 maanden. Die 3 maanden zijn een richtlijn, nooit een vaststaand tijdvlak. De zorg blijft bestaan en vergoed tot het overlijden. Als er een verandering in deze indicatie is, dan moet een arts dit onderbouwd hebben en in het dossier staan. Deze kunt u opvragen en inzien. Als iemand geen palliatieve terminale indicatie meer heeft, dan kan het zijn de zorg in het Hospice niet meer vergoed wordt en verhuizing naar een verzorgingstehuis een optie is.
Mocht u twijfels over de verandering van de indicatie hebben, dan kunt u contact opnemen met de zorgverzekeraar.
Ook zijn er praktijkteams van de Rijksoverheid dat u in kunt schakelen. Deze teams helpen burgers, professionals en zorginstellingen om knelpunten in de zorg op te lossen. Deze hulp is gratis.